Viburnum

Sneeuwbal
Soorten en natuurlijke verspreiding
Het geslacht Viburnum behoort tot de Caprifoliaceae (kamperfoeliefamilie). Het natuurlijke verspreidingsgebied van dit geslacht beslaat de gematigde en subtropische gebieden op het noordelijke halfrond. Het geslacht kent 175 soorten, waarvan in Nederland twee soorten inheems zijn: Viburnum opulus (Gelderse roos) en Viburnum lantana (wollige sneeuwbal).
Morfologie
Viburnum is een geslacht van voornamelijk struikachtige soorten. Sommige soorten kunnen de afmeting van kleine bomen hebben. Het geslacht kent zowel groenblijvende als bladverliezende soorten. De bloemen zijn in schermen of schermranden geplaatst, waarbij de randbloemen steriel zijn. De tegenoverstaande bladeren kleuren voor een aantal soorten in de herfst rood tot paars-rood. Belangrijke toepassingen Veel soorten en hybriden zijn populair als park, tuin- of plantsoenstruiken in het stedelijke gebied vanwege hun sierwaarde. Generatief vermeerderd materiaal van de inheemse soorten wordt ook gebruikt voor landschappelijke beplantingen.
Belangrijkste toepassingen
Veel soorten en hybriden zijn populair als park, tuin- of plantsoenstruiken in het stedelijke gebied vanwege hun sierwaarde. Generatief vermeerderd materiaal van de inheemse soorten wordt ook gebruikt voor landschappelijke beplantingen.
Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
Viburnumsoorten groeien op bijna alle bodemsoorten (bodemvaag), maar afhankelijk van de soort, zijn ze minder geschikt voor zeer zure of kalkrijke bodems. De tolerantie voor strooizout, zowel via de bodem als via spatzout is laag.
Ziekten en plagen
Meeldauw veroorzaakt door Microsphaera hedwigii, Microsphaera viburni en Phyllactinia guttata. Bladvlekkenziekte, veroorzaakt door onder andere Phoma viburni die ronde tot langwerpige bruine vlekken met een donkere rand op de bladeren veroorzaakt. In het voorjaar kunnen de bladeren worden aangetast door de zwarte bonenluis (Aphis fabae) en de zwarte sneeuwballuis (Aphis viburni) waardoor misvormingen van de bladeren en groeitoppen ontstaan. Incidenteel treden aantastingen op van de gewone dopluis (Eulecanium corni).