Abies alba

Gewone zilverspar (richtlijnsoort)
Natuurlijk verspreidingsgebied
Het natuurlijke verspreidingsgebied van Abies alba ligt in de bergen van Centraal-, Zuid- en Oost-Europa waar de soort groeit op hoogtes tussen de 500-2000 m (neerslag >1000 mm). Daarnaast is de soort o.a. aangeplant in noordwestelijk Europa.
Morfologie
Abies alba is een typische climaxsoort; zeer schaduwtolerant en kan hoge leeftijden bereiken. De bomen kunnen in het natuurlijk verspreidingsgebied meer dan 50 m hoog worden en in Nederland tot wel 35 m. De kroonvorm is piramidaal waarbij de top op jonge leeftijd spits is en op oudere leeftijd meer afgerond. De twijgen zijn grijs en de knoppen zijn roodbruin en zonder hars. De naalden zijn glimmend donkergroen en tot ca. 3 cm lang. De bloei begint in april of mei in bomen die 30-40 jaar oud zijn. De cilindrische en rechtopstaande kegels zijn eerst groen en later bruingeel. De grijsbruine bast is op jonge leeftijd glad en op oudere leeftijd ontstaan er kleine schorsplaatjes en is de stamvoet meer gegroefd.
Belangrijkste toepassingen
De soort komt niet voor als weg- en straatbeplanting, maar komt voor in parken, plantsoenen en wordt op zeer kleine schaal toegepast in bossen. De soort wordt ook gekweekt als kerstboom.
Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
De Gewone zilverspar is zeer schaduwtolerant, zoals vele Abies soorten. De soort groeit op diverse bodems met verschillende pH niveaus die niet te veel uitdrogen. Over het algemeen verdraagt de soort een lage bodemvruchtbaarheid slecht. De soort is weinig tolerant voor droogte en intolerant voor inundatie. De gewone zilverspar is winterhard maar met name op jonge leeftijd gevoelig voor late nachtvorst. De soort is weinig gevoelig voor windworp en zeer gevoelig voor wildschade.
Ziekten en plagen
De soort is gevoelig voor zilversparwolluis (Adelges nordmanniana) dat kan leiden tot naaldval en twijgsterfte. Oudere bomen willen nog wel eens worden aangetast door wortelschimmels zoals de dennenmoorder (Heterobasidion annosum) en de dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitzii). Ook zou de soort gevoelig kunnen zijn voor de letterzetter (Ips typographus).