Crataegus laevigata
- Tweestijlige meidoorn (geen richtlijnsoort)
- Natuurlijk verspreidingsgebied
- Het natuurlijk verspreidingsgebied van deze soort omvat Europa (incl. Nederland) en het noorden van Afrika.
- Morfologie
- De doornige, dichte struik of kleine boom bereikt een hoogte tot 6 m. Het 2 tot 5 cm grote, breed eironde, glimmend groene blad heeft 3 tot 5 korte, gezaagde bladslippen. De steunblaadjes zijn getand. De soort bloeit in mei. De witte, soms iets roze, anderhalve cm grote bloemen zijn met 8-12 stuks in een tuil geplaatst. De kelkbladen zijn alle breed driehoekig. De bloem heeft 2-3, soms 4 stijlen. De tot één cm grote, ronde tot eivormige, fel scharlakenrode vruchten bevatten 2-3 zaden.
- Belangrijkste toepassingen
- Generatief vermeerderd plantmateriaal wordt in de landschapsbouw gebruikt voor rand- en grensbeplantingen.
- Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
- De soort verdraagt schaduw matig en stelt vrij lage eisen aan de bodemvruchtbaarheid en aan het vochtleverend vermogen van de grond. De zuurgraad van de bodem dient hoger te zijn dan pH-KCl 4,5. De soort is redelijk tolerant voor droogte, weinig tolerant voor waterstagnatie en wel gevoelig voor strooizout. Buiten de groeiperiode zijn korte overstromingen geen probleem. Ook gevoelig voor windworp, scheef waaien en zeewind.
- Ziekten en plagen
- Er zijn geen specifieke aantastingen waarin C. laevigata zich onderscheidt van de andere meidoornsoorten.
Crataegus |
Categorie: Opstanden, uitgangsmateriaal van bekende origine
Herkomstnaam | Beheerseenheid (lokale naam) | Locatie (NB/OL) | Coordinaten | Hoogte (m) | Opp (ha) | Oorspronkelijke herkomst | Doelstelling | Aanleg | Beheerder | Opmerkingen |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Boxmeer-02 NL.SI.3.3.24-02 |
Oeffelt, Sluispolder | 51.713N 5.924E | 192.1 413.9 | 9 | 5.75 | autochtoon | Ecologie | — | Dhr. P. Jansen | heggen, > 30 individuen |
Boxmeer-03 NL.SI.3.3.24-03 |
Oeffelt, Koude Oord | 51.709N 5.947E | 193.7 413.5 | 9 | 5.0 | autochtoon | Ecologie | — | Van de Wetering Cultuurtechniek BV | heggen, > 30 individuen |
Boxmeer-04 NL.SI.3.3.24-04 |
Oeffeltse weiden | 51.686N 5.951E | 194.0 411.0 | 11 | 1.92 | autochtoon | Ecologie | — | Staatsbosbeheer | oude houtwallen, > 60 individuen |
Boxmeer-05 NL.SI.3.3.24-05 |
Meerkampen, Koude Oord | 51.710N 5.944E | 193.5 413.6 | 10 | 3.40 | autochtoon | Ecologie | — | Staatsbosbeheer | oude houtwallen, > 100 individuen |
Boxmeer-06 NL.SI.3.3.24-06 |
Bergkampen, Zoetepasweiden | 51.623N 6.008E | 198.0 404.0 | 12 | 58.8 | autochtoon | Ecologie | — | Staatsbosbeheer | oude houtwallen, > 130 individuen |
Losser-02 NL.SI.1.3.13-02 |
Losser, Paaschberg | 52.329N 6.972E | 263.0 483.5 | 80 | 15 | autochtoon | Ecologie | — | Landgoed ''Egheria-Ten Cate'' | landgoed en bos, > 30 individuen |
Losser-03 NL.SI.1.3.13-03 |
Losser, Bloem | 52.284N 7.021E | 266.5 478.6, 266.6 478.5, 266.8 478.7 | 32 | 1.64 | autochtoon | Ecologie | — | Staatsbosbeheer | bosje, singels, > 30 individuen |
Oldenzaal-02 NL.SI.1.3.03-02 |
Koekenberg, De Dinkel | 52.305N 7.025E | 266.7 480.9 | 30 | 2.4 | autochtoon | Ecologie | — | Staatsbosbeheer | houtwal, > 30 individuen |
Roden-01 NL.SI.4.4.08-01 |
Roden, Maatlanden | 53.145N 6.404E | 223.0 573.6 | 5 | 19.7 | autochtoon | Ecologie | — | Staatsbosbeheer | bos, > 60 individuen |
Roggebotzand-01 NL.SI.8.2.01-01 |
Dronten, Roggebotzand vak N447 | 52.555N 5.808E | 183.6 507.5 | 5 | 0.61 | autochtoon | Ecologie | 2014 | Staatsbosbeheer | genenbank, 73 klonen |
Roggebotzand-02 NL.SI.8.2.01-02 |
Dronten, Roggebotzand vak N445 | 52.557N 5.796E | 182.3 507.8 | 5 | 0.67 | autochtoon | Ecologie | 2014 | Staatsbosbeheer | genenbank, 48 klonen |
Winterswijk-02 NL.SI.1.3.07-02 |
Winterswijk, Buskersbos | 51.955N 6.737E | 247.8 441.6 | 40 | 12 | autochtoon | Ecologie | — | Natuurmonumenten | beekbegeleidend bos, > 30 individuen |
Winterswijk-03 NL.SI.1.3.07-03 |
Winterswijk, Bovenslinge, Bekendelle | 51.943N 6.703E | 245.5 440.2 | 45 | 9 | autochtoon | Ecologie | — | Natuurmonumenten | beekbegeleidend bos, > 30 individuen |
Winterswijk-04 NL.SI.1.3.07-04 |
Winterswijk, Willinks Weust, Heksenbos | 51.965N 6.788E | 251.3 442.8 | 50 | 13 | autochtoon | Ecologie | — | Staatsbosbeheer | bos, > 100 individuen |
Winterswijk-05 NL.SI.1.3.07-05 |
Winterswijk, Vennevertlose beek | 51.991N 6.788E | 251.2 445.7 | 45 | 6 | autochtoon | Ecologie | — | St. Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen | beekbegeleidend bos, > 40 individuen |
Zevenaar-01 NL.SI.1.2.12-01 |
Greffelkamp, Nevelhorst, vakafd. 5A, 5C, 5D, 5E | 51.953N 6.100E | 204.0 440.8, 204.1 440.7 | 15 | 7.8 | autochtoon | Ecologie | — | Staatsbosbeheer | bos, > 30 individuen |