Ilex aquifolium

Hulst (geen richtlijnsoort)
Natuurlijk verspreidingsgebied
Het natuurlijke verspreidingsgebied van de hulst (Ilex aquifolium) omvat West-Azië en West- en Zuid-Europa inclusief het mediterrane gebied. De soort komt van nature voor in Nederland.
Morfologie
De hulst is een wintergroene loofboom. Het is een struik of enkelstammige boom die doorgaans tot ca. 10 m hoog wordt (maar soms ook wel hoger) met een enigszins smalle eironde tot kegelvormige dichte kroon. De schors van stam en takken is glad en lichtgrijs. Jonge takken zijn lichtgroen en glad. De soort heeft ca 5-10 cm lange, leerachtige, bladeren met grof getande, stekelige en gegolfde randen, met een vrij korte (ca. 1 cm) bladsteel die aan de bovenzijde is gegroefd. In oudere bomen zijn de hoger in de kroon aanwezige bladeren vaak minder stekelig. De bladbovenzijde is glimmend donkergroen, de onderzijde licht dofgroen. De hulst is een tweehuizige soort; de bomen hebben óf mannelijke óf alleen vrouwelijke bloemen en bloeien in mei - juni. De 6-8 mm grote witte bloemen staan in groepen bijeen in de bladoksels. De vruchten zijn bolronde, ca 7-10 mm grote, roodgekleurde steenvruchten op een 4-8 mm lang steeltje.Van de hulst bestaan diverse cultivars die ondermeer verschillen in bladkleur (o.a. bont) en -vorm (o.a. gaafrandig).
Belangrijkste toepassingen
Geschikt voor parken, plantsoenen, bossen en landschappelijke beplantingen, zoals hagen en houtwallen. In de schaduw kan de soort zich voortplanten door middel van wortelende takken (afleggers). Zaailingen van hulst komen 'spontaan' voor in oudere bossen, voornamelijk eiken- en beukenbossen, maar de laatste tijd ook in jongere bossen. Hulsttakken (van vrouwelijke bomen, dus mét bessen) zijn populair als kerstversiering.
Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
De soort stelt over het algemeen lage eisen aan de bodemvruchtbaarheid en is daarmee ook geschikt voor de wat arme bodems. Hij verdraagt een zure grond, maar stelt wel hoge eisen aan het vochtleverende vermogen van de bodem. De soort is tolerant voor droogte en weinig tolerant voor waterstagnatie. Verder heeft de boom weinig problemen met de in Nederland voorkomende koude periodes (zowel wintervorst en nachtvorst). Goed bestendig tegen wind, maar minder tegen zoute wind (zeewind).
Ziekten en plagen
De hulstluis (Aphis ilicis) is een op hulst gespecialiseerde en algemeen voorkomende aantasting van de bladeren en jonge twijgen. Zware aantasting leidt tot misvorming (omkrullen) van jonge bladeren. Ook de larven van de hulstvlieg (Phytomyza ilicis) kunnen soms aanmerkelijke en opvallende mineerschade van het blad veroorzaken, waardoor het voortijdig afvalt en vooral van hagen de sierwaarde kan beïnvloeden. Verder komen soms schildluizen (Phenacoccus aceris) en de lange woldopluis (Pulvinaria floccifera) voor.