Ribes uva-crispa
- Kruisbes (geen richtlijnsoort)
- Natuurlijk verspreidingsgebied
- Het natuurlijke verspreidingsgebied van de kruisbes is zuidelijker dan die van de aalbes en zwarte bes: de gematigde streken van Eurazië en in het Atlasgebergte.
- Morfologie
- De kruisbes is een lage gedoornde struik. De bladeren zijn rondachtig, 3-5 lobbig, van onderen zachtharig. De bladeren zijn kleiner en dieper ingesneden dan bij zwarte bes en aalbes. Bloeitijdstip in april. De vrucht is groen tot paarsachtig doorschijnend en kaal of met klierachtige borstels bedekt.
- Belangrijkste toepassingen
- Vegetatief vermeerderde cultuurvariëteiten worden gebruikt in de fruitteelt. Generatief vermeerderd materiaal is geschikt voor landschappelijke beplantingen.
- Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
- De soort komt voor op kapvlakten, onder struwelen, op enigszins ruderale plaatsen in bossen en in knotwilgen. Kruisbes geeft de voorkeur aan schaduwrijke plaatsen op matig vochtige, lichte, vruchtbare grond. De soort is redelijk tolerant voor droogte en weinig tolerant voor waterstagnatie.
- Ziekten en plagen
- De kruisbes kan soms zwaar worden aangetast door meeldauwschimmels zoals Sphaerotheca mors-uvae waardoor voortijdige bladval optreedt en de conditie van de struik sterk vermindert.
Ribes |
Categorie: Opstanden, uitgangsmateriaal van bekende origine
Herkomstnaam | Beheerseenheid (lokale naam) | Locatie (NB/OL) | Coordinaten | Hoogte (m) | Opp (ha) | Oorspronkelijke herkomst | Doelstelling | Aanleg | Beheerder | Opmerkingen |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Roggebotzand-01 NL.SI.8.2.01-01 |
Dronten, Roggebotzand zz 036, 447g2 | 52.554N 5.809E | 183.6 507.5 | 5 | — | autochtoon | Ecologie | 2004 | Staatsbosbeheer | genenbank, 33 klonen |
Roggebotzand-02 NL.SI.8.2.01-02 |
Dronten, Roggebotzand zz 037 | 52.554N 5.809E | 183.6 507.5 | 5 | — | autochtoon | Ecologie | 2006 | Staatsbosbeheer | genenbank, 44 klonen |