Picea abies

Fijnspar (richtlijnsoort)
Natuurlijk verspreidingsgebied
De fijnspar is inheems in Noord- Centraal en Oost-Europa evenals in grote delen van Azië. In Europa heeft de soort een aaneengesloten noordelijk verspreidingsgebied, dat Noorwegen, Zweden, Finland, de landen rond de Oostzee, Polen en Noord-Rusland omvat. Daarnaast komt de fijnspar voor in de gebergten van centraal Europa: de Alpen, het Zwarte Woud, de Harz, de Karpaten en de Dinarische Alpen. In Nederland is de soort niet inheems, maar altijd aangeplant. In de 18e eeuw werd de soort ingevoerd en is tot de extreem droge zomer van 2018 in de bosbouw intensief gebruikt. Na de droogte van 2018 zijn de verzwakte fijnsparren massaal aangetast door de letterzetter.
Morfologie
P. abies is een grote boom met piramidale kroon en wijduitstaande takken. De hoogte van een volwassen boom is circa 40 m. De naalden zijn donkergroen en staan rondom de twijgen. Ze zijn scherp gepunt en vierkantig. De bast is roodbruin van kleur, er treedt bijna geen schorsvorming op. De bloei begint in april. De mannelijke kegels zijn bolvormig, rood gekleurd en later geel en zitten aan het eind van de twijgen. De vrouwelijke kegels zijn rechtopstaand en eivormig. De kleur varieert van groen tot donkerrood. Na rijping ontstaan lange, donkerbruine, cilindervormige kegels die hangen.
Belangrijkste toepassingen
Het is een algemeen voorkomende soort die door zaad wordt vermeerderd. De soort komt voor in bossen en in parken en plantsoenen. Daarnaast wordt de fijnspar gebruikt als kerstboom. P. abies is de belangrijkste naaldhoutsoort in Europa. Het hout van P. abies wordt gebruikt voor bouwhout, pulp en papier. De duurzaamheid is echter gering.
Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
Fijnspar is een halfschaduwsoort, die de voorkeur geeft aan rijke bodems met voldoende vochtleverend vermogen. Fijnspar stelt bovendien hoge eisen aan de luchtvochtigheid en heeft ook behoefte aan lage wintertemperaturen. De soort is weinig tolerant voor droogte en weinig tolerant voor waterstagnatie. P. abies is op jeugdige leeftijd zeer gevoelig voor voorjaars- en nachtvorst. De fijnspar is gevoelig voor stormschade, zowel in de vorm van windworp als windbreuk.
Ziekten en plagen
De belangrijkste ziekte is wortelzwam (Heterobasidion annosum). Een te hoge wintertemperatuur bevordert aantasting van wortelzwam. Verder is de soort vatbaar voor sombere honingzwam (Armillaria ostoyae), koffievuurtjeszwam (Rhizina undulata), Brunchorstia - taksterven (Scleroderris lagerbergii), schotziekte (Lophodermium macrosporum) en sparrennaaldroest (Chrysomyxa abietis).Na de droogte van 2018 is de letterzetter (Ips typographus) de belangrijkste dierlijke aantaster van de fijnspar. Daarnaast komen aantastingen voor van groene sparrenluis (Elatobium abietinum), grote dennensnuitkever (Hylobius abietis) (alleen bij pas geplant bosplantsoen), sparrenbladwesp (Pristiphora abietina) en koperetser (Pityogenes chalcographus).