Rosa arvensis

Bosroos (geen richtlijnsoort)
Natuurlijk verspreidingsgebied
Het natuurlijke verspreidingsgebied van de bosroos omvat midden- en Zuid-Europa. In Nederland wordt de noordgrens van het verspreidingsgebied bereikt. De bosroos komt in Nederland van nature voor in Zuid-Limburg.
Morfologie
De bosroos is een struik die tussen de 0.5-2 m hoog wordt. De soort heeft felgroene soms blauwachtig groene twijgen met kleine naaldvormige stekels. De kale blauwgroene bladeren bestaan meestal uit zeven langwerpig-eirond en gezaagd deelblaadjes van elk 1-3 cm. Op de sterk beklierde lange bloemstelen verschijnen in juni-juli witte 3-5 cm grote geurende bloemen zijn alleenstaand of staan hoogstens met vier bij elkaar op. De teruggeslagen kelkbladen hebben in het algemeen een gave rand en vallen af voordat de vrucht rijp is. De bosroos is gemakkelijk te herkennen aan de vergroeide stijlen die als een zuiltje boven de meeldraden en later boven de 1-1.5cm grote rode bottel uitsteekt.
Belangrijkste toepassingen
De bosroos wordt via zaad of stek vermeerderd en is geschikt voor bossen, bosranden, landschappelijke beplantingen, heggen en struwelen.
Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
De bosroos komt voor in open bossen voornamelijk aan bosranden, struwelen, heggen en langs holle wegen. De soort geeft hij de voorkeur aan niet te zure en niet te arme bodems. De soort is tolerant voor droogte en weinig tolerant voor waterstagnatie.
Ziekten en plagen
Zie geslachtbeschrijving.