Populus nigra 'Vereecken'

Ontstaan
is vermoedelijk uit België afkomstig. Is in 1935 gevonden in een windsingel van P. nigra 'Italica' in de Stoppeldijkpolder (Zeeuws Vlaanderen). In de omgeving van Absdale (Zeeuws Vlaanderen) zijn reeds omstreeks 1910 enkele bomen van dit ras geplant. Is sinds 1959 in de handel.
Morfologie
De boom heeft een vrijwel rechte stam en een vrij smalle en vrij dichte kroon, die wat smaller is dan die van 'Robusta'. De zijtakken, vooral die boven in de kroon, zijn vrij steil opstaand. Het blad loopt vroeg uit, omstreeks half april, enkele dagen na 'Robusta'. Het jonge blad is bruingroen. Het ras heeft een voldoende groeisnelheid, ongeveer vergelijkbaar met 'Robusta'.
Belangrijkste toepassingen
Wordt uit winterstek vermeerderd en is, evenals vele andere rassen van Europese zwarte populier, windbestendig en daarom geschikt voor aanplant in het kustgebied. Gebruik in de overgangszone en het binnenland is in het algemeen verantwoord tenzij lariks in de omgeving voorkomt. Aanplant moet beperkt worden tot rijkere, vochtige populierengronden. Lichtere, minder vruchtbare en wat drogere gronden komen dus niet in aanmerking.
Ziekten en plagen
weerstand tegen wind - goed; tegen alle roestfysio's - matig; tegen Marssonina - voldoende; tegen bacteriekanker - zeer goed.
Geslacht
mannelijk
Species
Populus nigra