Castanea

Kastanje
Soorten en natuurlijke verspreiding
Het geslacht Castanea behoort tot de Fagaceae (beukachtigen). Het omvat acht soorten, die alle - sterk aan hun eigen continent gebonden - voorkomen in de warmere streken van de gematigde zone van het noordelijk halfrond. Castanea sativa is de enige voor Nederland belangrijke vertegenwoordiger van dit geslacht.
Morfologie
De meeste Castanea soorten zijn grote, bladverliezende bomen tot 20-40 m hoog. De bloemen zijn katjes en verschijnen midden in de zomer. De vrucht is een stekelvormige bolster (5-11 cm diameter), met één tot zeven noten.
Belangrijkste toepassingen
In hun natuurlijke herkomstgebieden zijn Castanea-soorten van oudsher belangrijke bomen en struiken. De kastanjes dienen tot voedsel voor mens en vee, en de grotere soorten zijn een belangrijke leverancier van hout voor diverse toepassingen.
Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
Ze groeien van nature voornamelijk op vruchtbare, lagere berghellingen en op de hogere gronden van (rivier)valleien en (beek)dalen. De soorten gedijen goed op zure gronden en zijn niet geschikt voor kalkrijke bodems.
Ziekten en plagen
Sommige vertegenwoordigers van het geslacht Castanea kunnen worden aangetast door kastanjekanker, veroorzaakt door Cryphonectria parasitica (syn. Endothia parasitica, 'American chestnut blight'). Deze zeer agressieve schimmelziekte is in Zuid-Europa algemeen, maar voor zover bekend nog niet tot Nederland doorgedrongen. Verder is Castanea gevoelig voor aantasting van de wortels en wortelhals door Phytophthora soorten ('ink disease').