Sorbus

Lijsterbes
Soorten en natuurlijke verspreiding
Het geslacht Sorbus behoort tot de Rosaceae (rozenfamilie). Het omvat ruim tachtig boom- en struikvormende soorten, die op het noordelijk halfrond voorkomen. Hiernaast bestaat er een groot aantal soorthybriden. Alleen de lijsterbes (Sorbus aucuparia) komt van nature in Nederland voor.
Morfologie
Het geslacht Sorbus omvat bladverliezende bomen en struiken met meestal zeer grote (eind)knoppen. De bladeren zijn afwisselend geplaatst en voorzien van steunblaadjes. Sommige soorten hebben geveerde bladeren; andere hebben enkelvoudige bladeren, die gelobd of alleen gezaagd zijn. De tweeslachtige bloemen zijn geplaatst in schermvormige tuilen die zich aan het uiteinde van de twijgen ontwikkelen. De kleine bloemen hebben vijf kelkbladen, vijf kroonbladen en 15-20 meeldraden. De rood, geel of wit gekleurde, appelachtige bessen (pitvruchten) bevatten per vakje één of twee zaden.
Belangrijkste toepassingen
Vegetatief vermeerderd materiaal van Sorbus soorten wordt in het stedelijk gebied vrij veel gebruikt voor straten, lanen, parken en plantsoenen. Generatief vermeerderd plantmateriaal wordt vrij veel als vulboomsoort in bossen en landschappelijke beplantingen gebruikt. Het betreft dan uitsluitend de soort Sorbus aucuparia.
Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
Sorbus stelt weinig eisen aan de vruchtbaarheid, de zuurgraad en het vochtleverend vermogen van de bodem; natte en kleiachtige gronden vormen echter geen geschikte standplaats. Ook zeer zure gronden worden door de meeste soorten minder goed verdragen. De voorkeur wordt gegeven aan open (losse, zuurstofrijke), zandhoudende gronden. Sorbus is weinig gevoelig voor wind, maar wel enigszins gevoelig voor zeewind en strooizout.
Ziekten en plagen
Tot de meest voorkomende schimmelziekten behoren bastkanker (Nectria galligena), meeldauw, meniezwammetje (Nectria cinnabarina), schurft (Venturia inaequalis f.sp. Aucupariae) en stambasisrot (Phytophthora cactorum). Incidenteel kunnen bomen worden aangetast door de loodglansziekte (Chondrostereum purpureum) en door de Verticillium verwelkingsziekte. Sorbus is een tussenwaardplant voor sommige jeneverbesroest-soorten (Gymnosporangium confusum, G. cornutum en G. tremelloides). Bacterieziekten die aangetroffen kunnen worden zijn bacterievuur (Erwinia amylovora) en wortelknobbel (Agrobacterium tumefaciens).Tot de plaaginsecten van Sorbus behoren diverse bladluizen, rupsen, de lijsterbesbladwesp (Pristiphora geniculata), de bastaardsatijnvlinder (Euproctis chrysorrhoea), de kommaschildluis (Lepidosaphes ulmi) en de fruitspintmijt (Panonychus ulmi).Verder kan soms bladvraat optreden door de meidoornspinselmot (Yponomenta padellus).