Het geslacht Ligustrum behoort tot de Oleaceae (olijffamilie). Het geslacht omvat ongeveer 50 soorten die voorkomen in Oost- en Zuidoost-Azië. Het geslacht kent één soort die van nature voorkomt in Europa en het Middellandse Zeegebied: Ligustrum vulgare L.
Morfologie
Het geslacht bestaat uit struiken met enkelvoudige, tegenoverstaande bladeren. Sommige soorten zijn bladverliezend, andere wintergroen of halfwintergroen. De bloemen zijn wit en staan in dichte pluimen. De vrucht is een zwarte bes.
Belangrijkste toepassingen
Vegetatief vermeerderd materiaal van cultuurvariëteiten van diverse soorten wordt gebruikt in het stedelijke gebied, in tuinen, plantsoenen en parken. Ligustrum wordt gebruikt voor landschappelijke beplantingen, hagen en in bossen.
Klimaat- en groeiplaatseigenschappen
Ligustersoorten geven de voorkeur aan niet te natte bodems en kunnen zowel zon als schaduw verdragen. V.w.b. de zuurgraad van de bodem zijn ze pH-indifferent, maar sommige soorten gedijen beter op een wat zuurdere dan kalkrijkere bodem. Veel ligustersoorten zijn redelijk bestand tegen zout, zowel zoute wind als strooizout. Een enkele is echter gevoelig voor strooizout.
Ziekten en plagen
Bladvlekkenziekte, veroorzaakt door onder andere Cercospora ligustrina. Deze veroorzaakt bruine vlekken met een donkere rand. Bladeren vergelen en vallen voortijdig af. Wortelknobbelziekte (Agrobacterium tumefaciens) veroorzaakt soms wratachtige tumoren op (voornamelijk) de wortels van de plant. Een enkele keer kan blad- en scheutverwelking optreden als gevolg van een aantasting door Pseudomonas syringae pathovar. syringae. Aantasting door diverse virussen o.a. het Arabis mozaïekvirus en het komkommermozaïekvirus geven soms aanleiding tot een vlekkerige, soms mozaïekachtige verkleuring van het blad. Aantasting door gele ligusterluis (Myzus ligustri) leidt tot bladmisvormingen. Rupsen van de ligusterpijlstaartvlinder (Sphinx ligustri) kunnen soms enige schade veroorzaken door bladvraat. Soms komt enige mineerschade van het blad voor, veroorzaakt door de seringenmot (Xanthospilapterix syringella). Verder is er de ligustertrips (Dendrothrips ornatus), deze prikt de bovenzijde van het blad van sering en liguster aan. De aantasting bestaat uit zilververkleuring en beschadiging van het blad.